Verhaal – Naar het radmuseum

Naar het Radmuseum
Uit: De schoolkrant, jaargang 30, november 2142

Hallo, ik ben Paul Kerwijk en ik ben 11 jaar. Vorige week zijn we met groep 5, 6, 7 en 8 naar het radmuseum geweest. Dat is een elektriciteitscentrale waar ze stroom opwekken. We mochten in verschillende raderen lopen en we zagen een film over de geschiedenis van het rad.

Vroeger gebruikten de mensen geen raderen. Je had kerncentrales die heel gevaarlijk waren. Het afval was heel giftig en er gebeurde soms een ramp. Hierna gingen de mensen windmolens, waterraderen en zonnepanelen gebruiken. In sommige landen zijn die er nog. In Nederland is het looprad voor het eerst ingevoerd. Dat was in 2035. Eerst nog alleen bij rijke mensen en sporters. Het rad werd aangesloten op een accu of op het lichtnet. De rijke mensen lieten de beste sporters voor zich lopen en gaven daar geld voor. Sommige sporters hadden zelf een rad. Zij leefden heel luxe en werden heel rijk.
Later bouwden ze de dorpscentrales waar één mens tegelijk in kon. Iedereen kwam één keer per dag aan de beurt; van je 4e tot je 75e. Kinderen en ouderen mochten een half uur, alle andere mensen een uur. Zieken en gehandicapten hoefden niet te lopen. Wij mochten ook een paar oude raderen proberen. Ik heb in eentje gelopen uit 2035, dat was gaaf! Hij liep heel zwaar alsof er iets vast zat.
Nog wat later kwamen de stadscentrales, daar kunnen vijftig tot vijfhonderd mensen tegelijk in lopen. Je koopt een abonnement waarin staat hoeveel stroom je krijgt en hoeveel je moet lopen. Net als nu werd je vroeger elke maand getest hoe hard je liep. Ik loop nu gemiddeld 23 km/u.

Aan het eind van de dag zijn we in het pannenkoekenhuis gaan eten dat naast het museum staat. Ik koos de Oranjerad, met pompoenpasta en peentjes. Ik vond hem niet zo lekker, maar ik kreeg wel het vlaggetje!… Lees verder...

Mijn apparatuur stelt zich voor

Dames en heren, ik presenteer u mijn apparatuur. Stel jezelf eens even netjes voor. Wie zijn jullie? Wat doen jullie zoal en in welke volgorde?

Hoi, ik ben de computer. Ik schrijf verhalen en boeken. Sommige van deze verhalen en boeken worden later luisterfilm. Op mijn harde schijf staat speciale software die uitspreekt wat er op het scherm gebeurt. Rebecca en ik zijn de beste vrienden en ik weet zeker dat ik de belangrijkste ben van iedereen.

Welkom. Ik ben de studio. Ik ben gemaakt van houten panelen gevuld met steenwol, zodat er geen geluid in of uit kan. Vanbinnen ben ik bekleed met zacht isolatiemateriaal dat de akoestiek doodt. Trek maar aan het touwtje, dan gaat de deur vanzelf dicht. De snoertjes steken nog als enige eruit. Pas op de stoel en het tafeltje met microfoon. Doe maar weer open. Dan kan de verteller erbij. De komende paar uur is ze wel zoet met boeken en verhalen inspreken. Als je vlak naast me staat, en goed luistert, kun je haar nog horen.

Hoi! Ik ben de computer onder de studio, en ik kan jullie met blijdschap meedelen dat er weer een hoofdstuk is ingesproken! Nu kom ik onder de studio vandaan en mag ik de foutjes uit het voorgelezen stuk halen en er geluiden doorheen mixen. Ik gebruik collecties maar ook geluiden die we zelf hebben opgenomen.
Zo, het verhaal heeft geluid, en mijn werk is gedaan.

Aangenaam. Ik ben één van de twee keyboards, de Roland Fantom x8, en ik mag lekker wel mijn naam zeggen. Iedereen herkent me toch aan mijn prachtige geluiden. Boven mij staat mijn jongere broer, de Yamaha Tyros 4. Soms krijgen we gezelschap van echte software instrumenten. Samen maken we de muziek bij de luisterfilm, en soms ook losse muziek.

Dank jullie wel jongens. Willen de kabels en de geluidskaart en de computer van het andere merk nog wat zeggen?
Nee?
Oké, dan wil ik jullie bedanken voor jullie kennismakingsrondje. Er is gelegenheid voor koffie en een koekje, en na de pauze gaan we snel weer aan de slag!… Lees verder...

12 tips tegen een writer’s block

Heb je last van een writer’s block? Zit je vast in je project of moet je nog beginnen?
Hieronder enkele tips om (weer) op gang te komen.

Deel 1. Als je vastloopt in je project

1. Een tussenuur of een snipperdag
Ga een uurtje iets anders doen, liefst iets waar je compleet in kunt opgaan. Hierdoor denk je even niet aan je schrijfproject. Ga TV-kijken, surfen, een eind wandelen, een spelletje doen, social media bekijken, iemand bellen, een boek lezen, douchen… Ga maar door. Als je maar even afleiding vindt. Ook een dagje vrij doet soms wonderen. Ken je de uitdrukking ‘zoekt niet en gij zult vinden?’ Als je iets kwijt bent, helpt het om er even niet naar te zoeken. Morgen weer. Vandaag het zonnetje, de filmmarathon, de markt, vrienden, het strand etc.

2. Maak drie versies
Schrijf drie versies van het stuk waarop je vastloopt, laat deze enige tijd rusten en neem even afstand. Vervolgens kies je met een frisse geest de beste versie uit. Als je aan een boek of verhaal werkt, schrijf je bijvoorbeeld drie verschillende scenes. Werk je aan een artikel, dan schrijf je drie verschillende alinea’s. Alles wat je schrijft is goed; het uitkiezen komt later wel. Na de pauze. Of na het eten. Of na een nachtje slapen.

3. Een bijproject
Laat je schrijfwerk even liggen en begin een heel ander, nieuw project. Zo blijft je creativiteit stromen en kun je toch even afstand nemen van je huidige werk. Hoe lang deze periode duurt is aan jou. Misschien is een paar uur voldoende, misschien een paar dagen. Let er wel op dat je je eerste project niet uit het oog verliest!

4. Research
In sommige gevallen helpt het om iets te gaan lezen, luisteren of op te zoeken wat met het onderwerp te maken heeft. Doe dit echter niet te lang achter elkaar; het kan ook zorgen voor ongewenste afleiding of een overdosis informatie. Spreek bijvoorbeeld met jezelf een tijd af waarna je weer aan het werk moet, of zet een wekkertje. Je kunt ook aantekeningen maken van alles wat jou nuttig lijkt in je schrijfproject. Dit helpt om de informatie te filteren en overzichtelijk te maken.

5. Goed genoeg?
Oefen met het zinnetje, goed is goed genoeg. De perfectionisten onder ons zijn niet gauw tevreden met hun schrijven. Nog even dit woordje weg en dat woordje terug, of erger nog: Geen woord … Lees verder...

Fragment ‘Welkom in mijn ziel’ boek 1

Hier vind je een fragment uit Tegenstanders, boek 1 van de trilogie ‘Welkom in mijn ziel’.
Beschrijving:
Stel, je staat oog in oog met de Zielmeester. Hij overmeestert je, verslindt je levend en vervolgens word je wakker in de wereld van zijn ziel. Zo zou het iedereen vergaan als Gaisha er niet was, de enige die het tegen hem durft op te nemen. Ze vecht voor haar broers, haar meisje en de hele wereld, maar wie zal ons beschermen als zij in hem verdwijnt?

Lees verder...