Regelmatig krijg ik de vraag: “Kun je in je dromen zien?”
Uiteraard verschilt dit van mens tot mens – iemand die altijd blind was droomt misschien anders dan ik, die tot mijn negentiende juist erg visueel was ingesteld. Sterker nog: Synesthetisch. Alles had kleur, zo ook letters, cijfers, geluid en muziek. Toen ik nog kon zien maakte ik gemakkelijk het onderscheid tussen de kleuren in mijn hoofd en de wereld. Ook in dromen hielden de beelden zich netjes aan de regels.
Dat is nu anders.
Sinds ik blind ben loopt alles door elkaar en heeft elk geluid, begrip, persoon en voorwerp overwegend de kleur uit mijn hoofd.
In mijn droom vannacht maakte ik de achtergrondmuziek bij het laatste hoofdstuk van Welkom in mijn ziel. Ik stond voor een donkergrijs schoolbord, de stilte, en tekende met gekleurde krijtjes, de instrumenten. Het werd best mooi, tot ik een vreemd kringeltje rook tekende dat een beetje klonk als een typisch jaren 70-deuntje.
“Hoe vind je dit?” vroeg ik één van de toeschouwers.
“Ik zou het niet doen,” zei hij. “Het contrasteert nogal met de rest van je muziek, die juist erg klassiek en filmisch klinkt.”
Ik keek en luisterde er nog eens naar, en kwam tot de conclusie dat hij gelijk had. Ik veegde het uit (control Z) en het bord was weer donkergrijs (stil).
Toen pakte ik een ander krijtje en tekende een vlammend vuur; volle, orchestrale achtergrondmuziek. Hoe harder en langer ik arceerde, des te voller werden de klanken, variërend van donkerrood tot heel lichtgeel. Ik stond zelf te kijken van mijn meesterwerk.
Dit is slechts één van de momenten waarop verbeelding en werkelijkheid door elkaar lopen, zoals ze in dromen vrijuit doen. Ik ben bijvoorbeeld ook weleens een kamer binnengestapt waar de muziek flakkerende, gouden lichten wierp op de muur, en mensen hebben tegenwoordig steevast de kleur trui aan van hun naam of stemgeluid.
Of we kunnen zien in dromen? Vraag het tien blinden en je krijgt tien antwoorden. Dit is het mijne.
Geweldig Rebec! Zowel het verhaal als het verschijnsel